25 juni 2020 | Sander Heesen
Hij staat al te wachten op de afgesproken plek. Klaar voor een sessie hardlopend coachen. Hij ziet eruit als een getraind loper. Een jaar of veertig, vriendelijke blik, maar ook wat gespannen en gereserveerd lijkt het. We gaan meteen op pad, de kennismaking doen we tijdens het inlopen. Hij werkt als financial, een drukke baan. Als freelancer doet hij veel verschillende opdrachten. De afwisseling is leuk, net zo als het halen van resultaten. Hij vertelt dat hij nieuwsgierig is naar deze vorm van coachen. Dat hardlopen zijn passie is. Vooral gericht op het lopen van wedstrijden, aan de hand van trainingsschema’s. Hij vindt het echter ook heerlijk om zonder specifiek doel hard te lopen. Te genieten van wat hij tegenkomt onderweg, zonder dat het horloge en de hartslagmeter leidend zijn.
We stoppen op een mooie plek met uitzicht op een meertje om wat losmaak oefeningen te doen. Het praten is even wat minder om de bewegingen goed te kunnen voelen. Hij ontspant zichtbaar. De ademhaling is rustig. Na een tijdje gaan we weer verder. In een rustig tempo lopen we in stilte. De opdracht is om waar te nemen wat er is. Welke geluiden zijn er, wat is er te zien en te ruiken? Hoe voelt de ondergrond aan?
Het pad als metafoor
Na een minuut of tien vertelt hij hoe het voor hem was. De wind die hij voelde, het ruisen van het hoge gras en de bomen. De vogels die druk kwetterend rondvliegen. Maar ook de afwezigheid van het constante geluid van verkeer, dat in de stad waar hij woont, wel aanwezig is. Na de vraag wat hem verder nog opvalt in de omgeving, begint hij over het pad. Het pad waarover we lopen. Het is bochtig en heuvelachtig. Doordat we op een open stuk lopen, is te zien dat het pad op die manier nog een eind verder doorloopt. Net zo als het stuk dat al achter ons ligt.
Het pad doet hem denken aan de weg die hij aflegt in zijn werk. Een paar jaar geleden had hij een doel voor ogen, dat hij wilde bereiken. De weg ernaar toe was een rechte lijn. Had hij bedacht. Nu blijkt dat de weg meer is zoals het pad waar hij nu op loopt. Met bochten en heuvels. Een mooie weg, dat wel. Maar minder snel dan vooraf gedacht.
Wat vindt hij daarvan? Na deze vraag kijkt hij me van opzij even aan. Richt dan zijn blik weer op het pad voor zich. “Ik wilde altijd zo snel mogelijk op mijn doel af. Resultaat halen en weer door naar het volgende. Als het niet zo ging als ik had bedacht, vond ik dat lastig. Probeerde het dan toch op die manier voor elkaar te krijgen. Nu ik hier zo loop, besef ik dat het ook iets anders kan gaan. Soms is een omweg nodig, moet ik wat extra moeite doen om een heuvel op te komen.”
Positie op het voetbalveld
“Hoe is dat voor je? Die moeite die je moet doen?” “Ik ben een harde werker, dus een stapje extra is meestal geen probleem. Bovendien is dit iets dat ik zelf graag wil. Voor mijn gevoel is dit iets waar ik voor het eerst bewust voor heb gekozen. Daarvoor overkwamen veel dingen mij. Dat wil ik niet meer. Dat is ook de reden dat ik hier met je loop. Jullie coaches noemen dat persoonlijk leiderschap, toch? Ik wil het zelf bepalen.”
We praten er een tijdje over door. Ik stel voor een visualisatie oefening te doen om hem een beeld te laten krijgen van het ‘niet zelf bepalen’. We gaan zitten op een bankje. Hij sluit zijn ogen en luistert naar de inleiding. Hij ziet zichzelf als een voetballer, jaren geleden. Ingezet op die plek in het veld waar het nodig was. Aanvaller, verdediger, links, rechts. Nog net geen keeper. En geen vaste plek op het middenveld. Dat vond hij het leukste en kon hij het beste. Dat de trainer dat niet zag! De trainer erop wijzen deed hij ook niet trouwens.
Als we na de oefening weer verder lopen, geeft hij aan dat dit een mooi beeld is om te onthouden. Dat wil hij niet meer. Hoe lastig hij het soms vindt, als het wel dreigt te gebeuren. Dat zijn dan ook de bochten en heuvels op zijn pad.
Hoe loopt jouw pad? Is het kaarsrecht? Of bochtig en heuvelachtig? Wat doe je met zijwegen? Loop je alleen? Of vind je het fijn als ik een keer met je meeloop?